Voor het veilig en correct opladen van je elektrische auto volg je deze stappen in de juiste volgorde: zorg er eerst voor dat de auto geparkeerd en uitgeschakeld is.
Sluit daarna het laadkabel eerst aan op de laadpaal of het stopcontact, en pas daarna op de auto. Gebruik je een Mode 2-kabel (met ingebouwde controlebox voor huishoudstopcontacten), zorg er dan voor dat de box goed ligt voordat je de auto aansluit. Meestal communiceren de auto en het laadsysteem automatisch, en start het laden vanzelf.
Is de accu vol? Koppel dan altijd eerst de kabel los van de auto, en daarna pas van de laadpaal of het stopcontact. Zo voorkom je vonkvorming en zorg je voor een veilige afkoppeling. Houd tijdens het laden het oplaadproces in de gaten via het display van je auto of de lampjes op het laadpunt.